Illustrator Estafette #deel 1 maart 2018 Nienke interviewt Mark Janssen
Illustrator Estafette. Mark Janssen
Bij de Facebookgroep Kinderboeken vergapen we ons regelmatig aan de mooiste illustraties. Veel kinderboeken zijn zo oogverblindend uitgegeven dat we meermaals met open mond van verbazing een prentenboek doorbladeren. Wie maken die mooie tekeningen? Wie zitten er eigenlijk achter al die prachtige plaatjes?
Als recensent leg ik al sinds jaar en dag aan lezers uit wat ik van een boek vind en waarom ik het wel of niet goed geschreven vind. Ik weet daarbij precies op welke punten ik moet letten om de bespreking zo interessant en gedegen mogelijk te maken. Illustraties en omslag zijn daar slechts een onderdeel van. Maar bij kinderboeken staan tekeningen juist vaak centraal, dus zijn ze soms belangrijker dan de tekst. Dus steeds vaker vroeg ik me af: doe ik de illustraties niet tekort? Heb ik niet te weinig handvaten om de illustraties naar behoren te beoordelen? Ik kan zelf absoluut niet tekenen en heb geen technische kennis van dat vak, dus hoe pak ik dit aan? Wat maakt een tekening een goede illustratie?
Kinderboeken wil heel graag meer te weten komen over illustraties. Veel van onze leden zijn beginnende amateur illustratoren en ook voor hen is dit item extra interessant. Waar letten de professionals op?
Onder het motto: een kijkje achter de schermen is altijd leuk beginnen we vandaag onze illustrator estafette. Iedere maand staat er een illustrator in de spotlights en wordt hem of haar de hemd van het lijf gevraagd. De maand daarop vraagt die illustrator aan een collega over zijn of haar werk. Op deze manier krijg je diepgravende vragen. Zij vragen elkaar over technieken, hoogtepunten, de opleiding en alles wat voor u en mij interessant is om te weten over de totstandkoming van een prentenboek. Over een jaar zijn u en ik experts!
We beginnen onze Illustrator Estafette met Mark Janssen. Deze gezellige Limburger kennen we vooral van zijn prentenboeken zoals Niets gebeurd en Dino’s bestaan niet: maar wist je dat hij al meer dan 450 boeken heeft geïllustreerd en dat zijn boeken al in vijftien talen zijn uitgegeven!
Het interview
Hallo Mark, wat fijn dat jij het spits wilt afbijten. Voor de leden die nog niet weten wie je bent: Wie is Mark Janssen?
Mark: Zoals je zelf al in je intro zegt is “Mark Janssen” de man die al heel veel kinderboeken heeft geillustreerd, maar vooral de laatste twee jaar opvalt met zijn eigen prentenboeken. Het tempo is omlaag gegaan en de prentenboeken zijn nu de boeken die ik het allerliefste maakt. Het is zo fijn om niet alleen maar tekeningen te maken bij verhalen van andere schrijvers, maar om deze keer zelf vanaf het concept te beginnen. Ik wist al heel lang dat ik dat in mij had, maar ik gaf het geen ruimte. Nu wel en het lijkt op een nieuwe start, terwijl ik al 21 jaar bezig ben!’
Het zal je in je leven al wel 100x zijn gevraagd maar hoe word je illustrator? Wist je het al toen je heel klein was?
Mark: Allereerst moet je goed kunnen tekenen. En daar word je mee geboren. Als je ergens goed in bent, dan doe je dat meestal graag. Zo kom je in een opwaartse spiraal terecht. Kinderboekillustrator, dat zou je kunnen worden zonder diploma’s te halen. Het is moeilijk maar tegenlijk ook heel simpel; je moet een tekenstijl hebben die opvalt, die heel eigen is en je moet goed werk maken. Als het niet in je zit, dan kan een opleiding het ook niet uit je halen. De meesten hebben echter wel een opleiding aan de kunstacademie gevolgd, en het is achteraf een ontwikkeling die je daar doormaakt die belangrijk is.
Je hebt een opleiding gevolgd om illustrator te worden. Hoe ging de toelating: moet je dan met een heleboel tekeningen op audiëntie komen en gaan ze dan je portfolio bekijken?
Mark: Je doet een toelatingsexamen van 2 dagen. Je maakt ter plekke opdrachten en je krijgt een huiswerkopdracht. Daarnaast heb je een gesprek en laat je zien wat je tot dan toe al hebt gemaakt. Heel veel studenten komen van de middelbare school, dus het is niet realistisch om te denken dat ze hele mappen vol hebben met het meest geweldige werk. Ze moeten wel de potentie zien van je talent. Ik had toen trouwens helemaal niets illustratiefs mee… Meer tekenwerk en wat schilderwerk. De eerste keer werd ik zelfs afgewezen. Twee jaar later werd ik wel toegelaten!
En na vier jaar ben je afgestudeerd. Hoe kwam je toen aan je eerste opdrachten?
Mark: Daar moet je zelf voor zorgen. Je bent zelfstandig en je hebt als het ware een onderneming. Naast talent, moet je dus ook de boer op en overal werk overleggen. Dat is een kant die wel eens wordt vergeten. Er zijn talenten die niet doorbreken omdat ze op dat gebied achterblijven of niet durven. Heel spannend allemaal, maar ik was overtuigd van mijn werk. Ik kreeg meteen vanaf het begin een aantal grote opdrachtgevers en die hebben me echt de eerste jaren goed voorzien van werk. Kranten, tijdschriften en schoolboeken van uitgeverij Zwijsen.
Nu ben je een gerenommeerde illustrator. Je hebt voor alle grote uitgevers al eens gewerkt. Hoe gaat het nu? Bellen ze je op om te vragen of je een cover of een boek wilt maken?
Mark: Het gaat nu enorm goed. Maar eigenlijk is het altijd al heel goed gegaan; ik heb al 21 jaar nooit een week zonder werk gezeten. Wat langzaamaan verandert is dat ik steeds minder afhankelijk ben van anderen. En dat voelt heel goed. Uitgevers bellen me, maar ik bedenk en teken nu ook eigen boeken, dus ik heb een mooie balans op dit moment. Dan een periode een boek met iemand anders maken, en dan weer helemaal voor mezelf. Ik probeer met de flow mee te gaan en alleen de meest interessante opdrachten aan te nemen. De rest doe ik niet meer, ook omdat ik gewoon geen tijd meer heb.
Stel je gaat een boek dat iemand anders heeft geschreven, illustreren. Hoe verzin je dan hoe de personages eruit komen te zien? Hoe weet je welke materialen je gaat gebruiken of welke stijl je hanteert? Ben je daar vrij in? Heb je er wel eens helemaal naast gezeten?
Mark: Ik ben daar helemaal vrij in. Ondertussen weten ze wel ongeveer waar ik mee ga komen. Mijn tekenstijl is bekend en ze weten dat ik niet met rommel aan kom. Dus wat dat betreft mag de kunstenaar in me helemaal los. Liefst zelfs! Want zo maak je natuurlijk de mooiste dingen.
Aan de hand van de sfeer van het boek, het thema en voor welke doelgroep ik het maak, bepaal ik welke techniek. Een groot prentenboek met poëtische prenten, dat is totaal anders dan een voetbalboek voor 9-jarige voetballiefhebbers. Dat mag natuurlijk een stuk stoerder en dynamischer.
Nu maak je je eigen boeken. Ga je ooit nog weer covers maken voor boeken van anderen of blijf je dit doen?
Mark: Nee, dat blijf ik gewoon doen. Al is het minder dan vroeger. Omdat ik minder tijd heb. Kijk, als ik eigen boeken maak, dan is dat altijd iets dat uit mijzelf komt. Het blijft ook interessant om verhalen weer te geven, die ik zelf niet kan verzinnen. En ik ben wèl schrijver van prentenboeken, maar ik ben geen schrijver van jeugdboeken! Dat kan ik niet, dus dat blijft interessant om te doen voor deze auteurs.
Kun je aan onze leden die zelf ook kinderboeken (willen) illustreren uitleggen wat volgens jou de kenmerken zijn van een goede illustratie. Hoe zie jij meteen: dit is vakmanschap!
Mark: ‘Als je door de tekening heen kunt stappen’. Dat zal ik uitleggen; een goede illustratie is als je een tekening hebt gemaakt en je ziet ‘de tekening’ niet meer, je ziet de aparte lijntjes en verfstrepen niet meer, maar je komt in een andere wereld die jij hebt gecreëerd. Alsof je door een venster stapt naar een andere dimensie. Dat klinkt een beetje zweverig, maar ik zie het vaak bij beginnende illustratoren; ik word niet meegenomen naar een andere dimensie die de illustrator wil laten zien. Ik zie alleen maar een tekening die nog verbetering nodig heeft. Kleine dingetjes die nog storen.
Wie is jouw grote voorbeeld?
Mark: Ik heb geen voorbeeld. Er is niemand waar ik tegenop kijk. Dat wil niet zeggen dat ik uitgeleerd ben. Nooit. Maar elke illustratie-stijl heeft voor- en nadelen. Dat is bij mij ook hoor. Gelukkig vinden mensen mijn stijl ook wel eens helemaal niet mooi.
Wat hoop je op lange termijn nog te bereiken?
Mark: Een droom zoals velen van ons hebben; de loterij winnen of een wereldwijde bestseller van een boek krijgen zodat ik een huis met atelier in Zuid-Europa kan kopen om daar maanden aan een nieuw boek te werken?
Kun je in het kort vertellen wat we van jou in 2018 allemaal kunnen verwachten?
Mark: Half maart komt ‘Eiland’ bij uitgeverij Lemniscaat uit; mijn allermooiste prentenboek ooit! Het is zonder woorden en ik weet zeker dat het een hele aparte beleving gaat worden voor de ‘lezer’. Op dit moment rond ik een prachtig fullcolor boek over een Eenhoorn af; het heet ‘Eén eenhoorn, alsjeblieft!’, en dat heb ik ook zelf geschreven en getekend. Dat is ook zo mooi geworden en komt in mei uit bij uitgeverij Moon.
Niet te vergeten heb ik een peuterboek geschreven en mijn vrouw Suzanne Diederen de illustraties. Het heet ‘Voor aap’ en komt in april uit bij uitgeverij van Goor.
Laten we het daar maar even bij houden voor nu. Ondertussen broed ik verder op nieuwe ideëen voor nieuwe boeken, dat begrijp je wel…
Je bent de eerste die het estafette stokje van Kinderboeken krijgt. Aan welke illustrator geef jij het door? Van wie zou jij veel meer willen weten en wordt daarmee de illustrator van de maand april?
Ik wil het stokje doorgeven aan Saskia Halfmouw. Volgens mij heeft ze op zijn minst even veel boeken als ik getekend en voor niet de minste namen zoals bijvoorbeeld Paul van Loon. Maar ook zij heeft opeens besloten om een eigen prentenboek te maken. Het heet ‘Zaterdag’en is ook woordloos! Ik wil best wel weten waar deze ontwikkeling vandaan komt en wat ze nog meer van plan is!
Dank je wel, Mark. We zijn al een stuk wijzer geworden. Deze maand zullen we regelmatig aandacht besteden aan je boeken. We verheugen ons op alle reacties van de leden en natuurlijk hoe jij het er volgende maand gaat afbrengen als interviewer.
Om te vieren dat Mark een nieuw boek uitgeeft, volgt er half maart een meer dan leuke actie van uitgeverij Lemniscaat! De wijacties van de illustrator maand zijn altijd met het blauwe logo.