web analytics
interviews

Flitsinterview met Annet Schaap

Annet Schaap, foto Bonnita Postma

Annet Schaap is dit jaar zo vaak in de prijzen gevallen dat we even goed moeten nadenken zodat we er geen missen. Ze won de Woutertje Pieterse Prijs, de Nienke van Hichtum Prijs, de Gouden Griffel en de (Vlaamse) Boekenleeuw. Er is een theatervoorstelling van ‘Lampje’ in de maak plus een tv- serie die zal worden uitgezonden door de VPRO. Dit is een debuut waar je niet van durft te dromen. Toch kwam de droom uit voor de sympathieke en zeer bescheiden Annet Schaap.

 

Voor de leden die je nog niet kennen, wie is Annet Schaap? (oké, ik geef toe, dat zullen er niet veel zijn…)

Eh ja… Nou sympathiek en zeer bescheiden dus, 53 jaar, vrouw van Canadese man Thomas, moeder van Jonas van 9, wonend in Utrecht, al ruim 25 jaar kinderboekillustratrice, (van boeken van Jacques Vriens, Francine Oomen, Janneke Schotveld en nog veel meer schrijvers) best succesvol daarin, maar met al heel lang een verlangen om zelf te schrijven. In 2017 als schrijver gedebuteerd met het boek Lampje, dat een erg groot succes is geworden.

Je kunt terugkijken op een ongelofelijk succesvol jaar. Als je eerlijk bent, had je dit droomdebuut verwacht?

Echt niet. Hoe had dat gekund? Ik heb me heel lang door de angst om niet goed genoeg te zijn, laten weerhouden om te schrijven. Om echt iets af te maken en ermee naar buiten te treden. Toen ik Lampje schreef was dat niet opeens weg. Ik wist wel dat het goed was, dat ik het zelf een mooi verhaal vond, maar dat zoveel anderen dat ook zouden vinden… Dat heeft me volkomen verrast. Toch wel.

Ik dacht dat het te heftig, te erg, te zielig, te lang, te moeilijk zou zijn. Of dat ik de enige wel zou zijn die zo’n verhaal zou willen lezen. Dat dat niet zo is, dat recensenten, maar ook veel mensen en veel kinderen het een mooi boek vinden, dat had ik nooit verwacht.

 

In een interview voor de Woutertje Pieterse Prijs zei je dat je Lampje heel vaak hebt herschreven. Keer op keer begon je opnieuw. Waarom?

Ik weet niet zeker op welk interview je doelt, maar zo is het niet helemaal gegaan.

Ik heb er lang aan gewerkt, van het eerste idee tot de afronding heeft het drie jaar geduurd. Maar binnen het verhaal zijn er stukken die meteen in één keer op papier stonden, bijvoorbeeld het hele begin, te toren, de storm, de klap, het Zwarte Huis, en ook stukken waar ik veel langer over heb moeten nadenken, die ik vaak heb herschreven. Het middendeel van het verhaal, de ontmoeting met Vis, hun relatie, dat heb ik erg vaak opnieuw moeten doen.

Verder ben ik wel heel erg vaak door de hele tekst heen gegaan, geschaafd, veranderd, geschaafd, net zolang tot het helemaal goed was. Ik kon hem op het laatst bijna opzeggen.

Je zei toen ook iets wat me heel erg fascineerde. Je zei: “Dit verhaal moest ik gewoon vertellen.” Het is een prachtig verhaal, dat ga ik zeker niet ontkennen maar wat was precies die innerlijke drang?

Tja, hoe vertel je zoiets. Het was eigenlijk alsof iets anders dan ik wilde dat dit verhaal er kwam. Alsof iets in mijn oor aan het fluisteren was, met nogal veel overtuigingskracht. Want ikzelf had het schrijven al wel opgegeven, het was al zoveel keren niet gelukt om iets te maken, ik kwam nooit verder dan een eerste beginnetje en dan gooide ik alles weer weg. (Het was ook nog niet goed hoor, die verhalen kwamen echt niet van de grond.)

Maar nu leek het allemaal zo duidelijk, ik zag het zo helder voor me: het meisje, de vuurtoren, het zwarte huis, het monster onder het bed. Ik had het maar op te schrijven allemaal. Heel opwindend, ik werd er erg blij van.

Daarna werd het dus een boel hard werk, maar dat eerste begin van het boek, dat moest dus van Iemand.

[Annet, in dialoog met zichzelf (NP)]: Van wie dan? Wat een onzin.  Ja en nee. In mijn idee bestaat er wel degelijk iets als inspiratie, als The Lord of Stories, iets wat groter is dan het schrijvertje zelf. En daar heb je dan maar naar te luisteren. (En op te wachten als hij zijn mond houdt… maar dat is weer een ander verhaal).

We kennen je al jaren als illustrator. Je maakt de covers en tekeningen voor andere schrijvers. Dat doe je echt geweldig. Blijf je dat doen?

Dank. Ik blijf het een beetje doen, maar als het aan mij ligt en als het financieel kan, ga ik voorlopig echt minder tekenen bij andere schrijvers. Ik heb het met plezier gedaan al die tijd, maar had de laatste jaren ook wel het gevoel nogal in herhaling te vallen. En sinds het schrijven zo in mijn leven gekomen is wil ik eigenlijk niet meer iets anders doen. Maar voor een paar (al lopende) series maak ik wel een uitzondering hoor. En daarna… Wie weet…

En dan besluit je ineens dat je zelf een boek gaat schrijven. Hoe zoek je dan een uitgever? Waren ze verbaasd/ enthousiast/ moest je lang zoeken/ Hoe gaat zoiets als alle uitgevers je al kennen als illustrator?

Ik wilde altijd al het liefste naar Querido met mijn boek, het is de uitgeverij waar ik het meest van houd. Daar zijn de allermooiste boeken en bijna al mijn lievelingsschrijvers… Toen ik op de kunstacademie zat mocht ik daar stage mogen lopen en klom bibberend de houten trapjes van Singel 262 op… Dus daar het liefst. Maar ik vond het doodeng, juist ook omdat ik al voor ze tekende. Ze zien me aankomen, dacht ik. Ze denken vast: schoenmaker houd je bij je leest. Of zo.

Mirjam Bolt, mijn fantastische redacteur, kende ik al heel lang en toen ik vertelde waar ik mee bezig was, wilde zij het wel lezen. Ik geloof dat we allebei heel zenuwachtig waren, bang dat zij het niet goed zou vinden. Ik had haar de tekst gemaild (ik was ongeveer op de helft van het boek) en zat elke dag met buikpijn mijn mailbox te openen. Het duurde lang voor ze iets liet horen, maar toen belde ze ook meteen en was erg enthousiast. Geloof ik. Ik was zo opgelucht dat ik me van de inhoud dat hele gesprek later weinig meer kon herinneren.

We zijn meteen aan het werk gegaan samen, en daar heb ik nooit spijt van gehad.

Ben je bezig met een nieuw boek? Zo ja, mogen we een tipje van de sluier?

Ja.

En nee.

En nou, er komt binnenkort al iets aan, dat kan ik wel vertellen, maar dat is niet een boek zoals Lampje. Een veel korter verhaal, dat ook door iemand anders geïllustreerd zal gaan worden, door de geweldige Philip Hopman namelijk. Het is voor mij de eerste keer dat ik als schrijver met een andere illustrator kan werken, ik ben heel benieuwd hoe dat gaat bevallen. Tot nu toe goed!
En daarna, ik ben met een paar dingen bezig en heb de komende tijd gelukkig weer meer tijd om te gaan schrijven, dat is tenminste de bedoeling, maar ik kan daar niks over vertellen want als ik dat wel doe heb ik altijd spijt.

In onze groep zijn veel (aspirant) schrijvers. Heb je een gouden tip die hopelijk kan leiden naar een Gouden Griffel?

O ja hoor, gewoon dit doen en dan lukt het altijd, succes verzekerd.

Nee natuurlijk niet!

Mijn ervaring is dat een boek schrijven niet één ding is wat je op één moment doet. Het is een bundeling van heel erg veel gedachten, gevoelens, wijsheid die je vergaard hebt, andere boeken die je gelezen hebt en films en verhalen die je gehoord, gezien en verwerkt hebt en van jaren goed uit je ogen kijken en niet tevreden zijn met het eerst het beste, van doordenken en doorvoelen en goed luisteren. En blijven zitten en vertrouwen en afstemmen en uitproberen en nog langer blijven zitten en doorzetten en je laten leiden door wat anderen zeggen en ook heel eigenwijs zijn. Dat allemaal en nog meer.

Is dat een tip?

Wat is je favoriete boek?

Uit je jeugd: ‘De tuinen van Dorr’ van Paul Biegel. En ‘Momo en de tijdspaarders’, en alles van Wim Hofman en alles van Tonke Dragt… Ach zoveel.

Uit 2018: Toch ook een oud boek, mijn All Time Favorite: ‘Kees de jongen’ van Theo Thijssen.

Ik lees wel veel mooie nieuwe boeken maar ze halen het nooit bij wat me vroeger zo geraakt heeft…

We eindigen altijd met dezelfde vraag. Er zijn veel kinderen die niet van lezen houden. Heb je een tip waardoor ze wel gaan lezen?

Weer een tip. Weer geen eenduidig antwoord. Ik heb zelf een kind dat niet echt leest. Ik houd niet van dwingen, dus dat ga ik niet doen. Ik probeer hem een beetje lekker te maken, door zelf te lezen en veel voor te lezen. Jonas is een jongen die zelf liever tekent en schrijft dan iets hoort van een ander. Dat mag. En soms moet hij even zijn mond houden en luisteren.

Of hij daardoor zelf boeken gaat lezen… Wie weet.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Powered by: Wordpress