“Kleine beestjes worden groot: hoe dieren voor hun baby’s zorgen” is een prentenboek met een schattige kaft in zachte kleuren. Het doet denken aan een leuk voorleesverhaal voor de allerkleintjes maar het blijkt een weetjes boek over de kindertijd van een groot aantal dieren. Als je je afvraagt hoe dieren voor hun jongen zorgen, deze beschermen en ze leren te overleven dan is dit daar het ideale boek voor. Het is een boek voor kleuters of jonge onderbouwers basisschool.
Na een korte introductie op twee pagina’s (waar ook wordt vermeldt dat niet elk dier zorgzaam is en er zelfs dieren zijn die hun kroost in de steek laat of zelf opeet) gaan we langs zo’n vijftien dieren. Voor elk dier zijn twee pagina’s gereserveerd waarna je na een korte inleiding een zestal weetjes kan lezen over het ouderschap, opvoeden en opgroeien van de dieren. Zo leer je de weg van eitje naar bij, dat zadeljakhalzen hun hele leven trouw blijven aan een partner en beiden voor de kinderen zorgen, dat bij de zeepaardjes het mannetje de eitjes in zijn buidel draagt, zeehonden met elkaar praten, een giraffe bij de geboorte een duik maakt van bijna twee meter en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Er is gekozen voor een grote variatie in dieren. Dat is wel fijn want vaak zie je de gehaaide dieren voorbij komen. Uiteraard zien we de olifant, het konijn en chimpansee voorbij komen maar een zadeljakhals, alligator en pijlgifkikker zou je niet zo snel verwachten. Juist door deze keuze kan je veel vertellen. Zo leren kinderen dat dieren ook uit een eitje of buidel kunnen komen en niet alleen uit een buik. Dat er dieren zijn die heel lang voor de jonkies zorgen en dat andere er niet naar om kijken. Een boek waar je eindeloos door heen kunt bladeren en over kunt vertellen samen met je kind.
De illustraties zijn schattig en zoals gezegd in zachte kleuren. De dieren zijn lief neergezet (zelfs de alligator) en sommige hebben spraakballonnetjes wat het geheel naast informatie of grappig en speels maakt. Een boek waar veel kinderen plezier van zullen hebben.
