
Aefke ten Hagen schrijft boeken, blogs, webteksten en columns. Ze debuteerde in 2010 met de roman ‘in naam van mijn vader’, over een vader en dochter met een bipolaire stoornis. Onder pseudoniem schreef ze ook het boek “ Koosje’ over haar eigen ervaringen met deze stoornis. Het kon eigenlijk niet uitblijven dat zij ook een kinderboek zou schrijven over dit onderwerp. Eind 2019 verscheen dit kinderboek bij uitgeverij Kluitman over de elfjarige Fiep, een KOPP ( kind van ouders met psychiatrische problemen) kind, een onderwerp wat besproken moet worden.
Fiep is gek op gitaar spelen en zou het liefst willen optreden tijdens de eind musical maar dan moet ze wel veel kunnen oefenen. Thuis lukt dat niet altijd omdat haar moeder best vaak in bed ligt. Als ze niet in bed ligt is ze superdruk en doet rare dingen waar Fiep zich best voor schaamt. Als je elf bent is het immers niet leuk als je moeder je ophaalt van school met een elfenjurk aan. En een vakantie trip liep ook al in de soep. Haar moeder is ziek. Ze heeft een bipolaire stoornis. Dan heb je last van manies en sombere dagen. Omdat niet iedereen dit weet en Fiep zich voor haar moeder schaamt valt dat niet altijd mee. Fiep ontmoet op de muziekschool Mats die haar wil helpen om beter te worden met gitaar spelen maar ze durft hem niet thuis te vragen omdat ze bang is hoe haar moeder zich gaat gedragen. En als ze al gaat optreden zou haar moeder dan ‘gewoon’ doen in het publiek? Fiep breekt bijna haar hoofd over deze problemen en zou ook graag eens een saai en rustig leven willen.
Een grappige titel en leuke cover aan de hand van Iris Boter. In het boek zelf zie je hier en daar wat kleine krabbeltjes van haar terug maar echt grote illustraties vind je verder niet. Dit is ook niet nodig. Het verhaal zelf boeit al genoeg. Het is goed en duidelijk geschreven. De situaties van Fiep zijn aan de ene kant alledaags, iets wat elk elfjarige voor de kiezen krijgt
( musical, leuke jongens, kletsen met je vriendinnen). Herkenbaar en goed passend bij de leeftijd, maar Fiep beleeft alles in het kwadraat omdat ze continu na moet denken over hoe haar moeder gaat reageren en hoe ze daar weer op moet participeren.
Naast het feit dat Aefke ten Hagen een superleuk, bijzonder en origineel kinderboek op papier heeft gezet is het een goed onderwerp om bespreekbaar te maken. Ieder kind schaamt zich wel eens voor zijn ouders maar tegenover de buitenwereld willen ze dat niet altijd kenbaar maken. Zeker niet als er echt meer aan de hand is.
Vandaag de dag lijkt alles wel bespreekbaar maar nog steeds worstelen vele kinderen met de problemen die de psychische ziekten van hun ouders met zich mee brengen. Het is fijn dat dit boek er nu is. Het geeft ruimte om het gesprek aan te gaan, een stukje herkenning voor het KOPP kind en een stuk begrip voor de situaties waar ze in zitten.
Het is ook zo belangrijk dat er niet alleen gekeken wordt naar de patiënt maar zeker ook naar de kinderen die betrokken zijn. Achter in het boek vind je nog een korte uitleg over de bipolaire stoornis van de moeder van Fiep en over KOPP. Er staat ook een link naar een site voor meer informatie. Het is goed dat dat is opgenomen in het boek.
Een boeiend, origineel en goed boek wat iedereen zou moeten lezen. Niet alleen kinderen maar ook docenten en hulpverleners die met KOPP kinderen te maken hebben.