
Eerder las ik ‘ broer te ruil ‘ van deze auteur en dat boek sprong er voor mij uit qua humor en de leuke cover. Ik was dan ook zeer benieuwd naar ander werk van haar. Ook dit keer een superleuke en grappige cover. Wederom zijn de illustraties van Nathan Reed en ze laten de humor die in het verhaal zit goed zien. Een prima duo blijkt en hopelijk een blijvende samenwerking.
In ‘mijn superslimme ik ‘ wil Cornelis meedoen aan een kennisquiz genaamd: “ junior mega brein “. Het is een populaire kennisquiz voor geniale wonderkinderen. De hoofdprijs is namelijk een flink bedrag waarvan hij graag naar de uitvindersbeurs in Parijs wil gaan. Het probleem is echter dat zijn zus Minerva ( ze noemen haar Min ) het genie van de familie is en daarom wil hij het brein van zijn zus stelen om kans te maken in de wedstrijd. Als uitvinder in spe moet hij daar toch iets op weten te vinden.
Met dit gegeven snap je al snel dat dit een grappig en gek boek moet worden. En dat is het zeker. De interactie tussen broer en zus waarbij ze lekker ruzie maken en opmerkingen naar elkaars hoofd slingeren geven een stukje herkenbaarheid al is de situatie in dat gezin natuurlijk niet alledaags. De gekke uitvindingen en ideeën van Cornelis geven er een extra draai aan. Daarnaast is het een voor mij typische Amerikaanse setting waarin Min continu gepusht wordt door haar ouders om maar aan wedstrijden mee te doen en te winnen. Alle aandacht gaat naar haar, of eigenlijk naar haar presteren. Uiteraard zal dit niet alleen in Amerika plaatsvinden maar het is weel een typerend beeld wat ik heb van de prestatiemaatschappij die daar denk ik toch wel sterker aanwezig is.
Broer en zus zijn jaloers op elkaar. Cornelis vanwege de tijd die de ouders in zijn zus steken en zijn zus is jaloers op hem vanwege het feit dat de ouders hem meer met rust laten. Als dat kwartje bij beide valt verzint Cornelis een bijzonder en origineel plan wat een leuke draai en afsluiting aan het verhaal geeft.
Het boek is voor jongens en meiden vanaf ongeveer acht jaar al zitten er wel af en toe wat moeilijke woorden in maar het is goed te doen. De hoofdstukken zijn kort, een grappige tekst in een lekker grote leesletter en leuke illustraties tussendoor.