
Het grote Rijksmuseum voorleesboek.
Het Grote Rijksmuseum Voorleesboek is een verzameling korte verhalen die “de beste Kinderboekenschrijvers” over meesterwerken uit het Rijks schreven. Sjoerd Kuyper schreef een verhaal over Rembrandt en Ted van Lieshout over Het drijvend veertje van schilder Melchior d’Hondecoeter en Harmen van Straaten schreef het statige Heren van stand over een het kunstwerk van Gerrit A. Berckheyde
Zij deden dit al in 2013 maar Kinderboeken kreeg het boek in 2018 van het museum cadeau, want echte kunst vergaat natuurlijk nooit en kinderen van alle generaties moeten kennis kunnen maken met de mooie werken van ons Rijksmuseum.
Het is natuurlijk altijd leuk om een bundel te krijgen van gootmeesters en we konden niet wachten om dit boek te lezen. We moesten even glimlachen om Francine Oomen die het verhaal schreef: hoe overleeft … het melkmeisje. Maar ook namen Hans Hagen, Jacques Vriens en Jan Paul Schutten ontbreken niet.
Het boek begint met een verhaal van grootmeester Jan Paul Schutten die we kennen van zijn subtiele humor die hij verweeft met leuke wetenswaardigheden. Hij bespreekt het schilderij van Floris Claesz van Dijck, je weet wel van die gedekte tafels. De tafels zijn vaak niet helemaal keurig gedekt want er is al duidelijk van gegeten. In het verhaal heeft Schutten ervan gemaakt dat het zoontje van de schilder er stiekem van snoept en zich verstopt onder de tafel. Zijn vader is echter heel blij met alle schillen en notendoppen en schildert het precies zo als de stoute Valentijn het heeft achtergelaten.
Jacques Vriens maakt er een gezellige janboel van. Hij plaatst Het gestoorde pianospel van Willem Bartel van der Kooi uit 1813 in de tegenwoordige tijd. Renske speelt ieder jaar piano op de verjaardag van opa. Dit jaar heeft ze een heel speciaal lied ingestudeerd uit de tijd van haar opa. Rock- ’n Roll, daar hield opa van. Erg ontroerend verhaal. En net als je denkt: wel jammer dat ze het schilderij zo klein hebben afgebeeld, sla je de pagina om….
Het verhaal van Francien Oomen voelt als een frisse wind. Het is een heerlijk gekissebis-verhaal tussen de meid en de schilder Vermeer. Ook hier worden fictie en werkelijkheid met elkaar op subtiele wijze verweven. De meid vraagt aan Vermeer: wat voor apparaat gebruikt u? En dan legt hij uit wat de nieuwe uitvinding is waar hij mee werkt. Een camera obscura, een soort projectieapparaat waardoor Vermeer de lijnen gewoon op een doek kan overtrekken. ‘Is dit dan nog wel kunst?’ vraagt de meid zich (terecht) af.
En natuurlijk wil iedereen het weten welk verhaal Margje en Sjoerd Kuyper bij De Nachtwacht hebben geschreven. Dit duo heeft iets heel speciaals voor ons in petto. Ze laten ons in het schilderij kruipen en dagen ons uit hetzelfde te doen. Beeld je in dat je een van de figuren op het schilderij bent. Zoals ik het beschrijf, lijkt dat wellicht absurd maar als je het verhaal van de Kuypers, leest is het een eitje. En krijg je zin in kip.
Het boek is natuurlijk prachtig vormgegeven. Met minder was het Rijks niet weggekomen. Los bij het boek is een inlegvel voor de speurders toegevoegd. Dan kun je zien waar het kunstwerk in het museum te vinden is. Meteen zie je da enkele van de werken zijn uitgeleend, maar er is nog genoeg te beleven in het Rijks.
De omslagillustratie is van Charlotte Dematons. Deze bekende illustrator kwam na haar middelbare school naar Nederland en studeerde aan de Rietveldacademie. Ze ontving voor haar werk zowel de Zilveren als de Gouden Griffel. Haar werk is bekend door de sprookjesachtige sfeer, de humor in de details en het mooie kleurgebruik. Dit alles vind je terug in de cover die in prachtig rood is uitgegeven. De grap zit ook hier in de details. Mensen uit alle tijden lopen voor het museum en als je goed kijkt zie je dat de kunst op straat ligt. Heel erg mooi gedaan omdat het op het eerste gezicht oogt als een ingekleurde foto.
Kortom: Ook al is dit boek al bijna een ouwetje aan het worden, het kan niet genoeg in de schijnwerpers staan. Wat een meesterwerk. Een Klassieker over onze klassieke kunstwerken. 5 sterren.